De AOW-leeftijd stijgt mee met de levensverwachting. Vanaf 2025 stijgt deze leeftijd minder snel dan eerder is vastgesteld. Door de minder snelle stijging van de AOW-leeftijd ligt deze in 2024 op 67 jaar. De pensioenrichtleeftijd is dan 68 jaar. Dit heeft gevolgen voor werknemers waarvan het pensioen gebaseerd is op beleggingen, waarbij gekeken wordt naar het beleggingsrisicoprofiel. Naarmate de pensioenrichtleeftijd dichterbij komt, wordt het risico meestal afgebouwd. Wanneer de werknemer er dan voor kiest om eerder met pensioen te gaan, wordt dat risico niet optimaal afgebouwd.
Daarom hebben wij bij a.s.r. de ‘persoonlijke pensioenleeftijd’ geïntroduceerd. De werknemer geeft dan de eigen gekozen pensioendatum door. En wij stemmen de beleggingen en renteafdekking daarop af. Zo is het risico dus optimaal afgestemd op de persoonlijke situatie en is het risico optimaal afgedekt.